De waarheidsplicht is ervoor bedoeld om de bewuste leugen in de civiele procedure uit te bannen.
Partijen mogen geen feiten stellen waarvan zij weten dat die onjuist zijn of niet juist kunnen zijn, geen feiten ontkennen waarvan zij weten dat die juist zijn, en geen feiten achterhouden waardoor de rechter en de wederpartij op het verkeerde been worden gezet.
Wat je misschien niet verwacht, is dat opzet niet vereist is om van een schending van de waarheidsplicht sprake te kunnen zijn.
Het tuchtrecht gaat gelukkig wieder niet zover dat wij zelfstandig moeten onderzoeken of hetgeen ons door cliënten wordt verteld, conform de waarheid is.
Wij mogen daarvan uitgaan, tenzij er reden is tot twijfel.
Het bewust verdraaien van de waarheid voor een advocaat tuchtrechtelijke gevolgen kan hebben.