Als het bouwwerk binnen 4 meter afstand van het oorspronkelijke huis staat, dan mag het niet hoger zijn dan 5 meter en niet hoger dan 30 centimeter boven de scheidingsconstructie van de 2e woonlaag van het huis.
Bij een bouwwerk op meer dan 4 meter afstand van het huis mag het, als het hoger is dan 3 meter, alleen een schuin dak hebben met minimaal 2 schuine dakvlakken.
De dakvoet mag niet hoger zijn dan 3 meter en de daknok niet hoger dan 5 meter.
De maximale daknokhoogte wordt bepaald door de afstand van de daknok tot de perceelsgrens en de formule: maximale daknokhoogte [m] = (afstand daknok tot de perceelsgrens [m] x 0,47) + 3.
Voor het achtererfgebied en bebouwingsgebied gelden specifieke regels voor de maximale grootte van het bouwwerk.
Is jouw bebouwingsgebied kleiner dan of gelijk aan 100 m2, dan mag je maximaal 50% van dat bebouwingsgebied bij bouwen.
Is jouw bebouwingsgebied tussen de 100 m2 en 300 m2, dan mag jij 50 m2 bijbouwen + 20% van alles boven de 100m2 bebouwingsgebied.
Is jouw bebouwingsgebied groter dan 300 m2? Dan mag je 90 m2 bijbouwen + 10% van het deel van het bebouwingsgebied dat groter is dan 300 m2, tot een maximum van in totaal 150 m2.
Er moet op minimaal 1 meter afstand zitten tussen jouw bouwwerk en ‘openbaar toegankelijk gebied’.