De eigendom van een huis, appartement of van onroerend goed, gaat over van de verkoper op de koper door een notariële akte van levering, ook wel akte van levering genoemd.
Deze akte wordt door de notaris gemaakt en door partijen en de notaris ondertekend.
Een koper is vervolgens pas echt eigenaar van het huis, nadat de akte van levering is ingeschreven bij het kadaster.
Pas als uit het kadaster blijkt dat de inschrijving is gelukt, kan de verkoper via de notaris worden betaald.
De verkoper krijgt de koopsom, na aftrek van de aflossingen van eventuele hypothecaire leningen, zodra zeker is dat ook hij aan zijn verplichting heeft voldaan om een huis aan de koper te leveren vrij van bestaande hypotheken en/of beslagen.
Dit is meestal één of twee werkdagen na het passeren van de leveringsakte en de eventuele hypotheekakte.
Bij de betaling is de notaris gebonden aan wet- en regelgeving.
De notaris mag het geld overmaken naar een en/of-rekening als die rekening ook op naam staat van de verkoper.
De notaris mag het geld aan verkopers van een woning niet in een andere verhouding overmaken dan dat zij eigenaren waren.
Alleen als de bank bij de hypotheek eist dat de nota of de aflossing van een krediet uit de hypotheekgelden moet worden betaald, mag de notaris het geld aan hen betalen.
In sommige gevallen mag de notaris wél geld overmaken aan anderen.
De aflossing van een hypotheeklening aan de bank;
De rekeningen van de makelaar, de taxateur, de hypotheekadviseur bij de overdracht van een woning of het sluiten van een hypotheek;
De bijdragen van een appartement aan de Vereniging van Eigenaars;
en De vervallen aannemingstermijnen bij nieuwbouwwoningen aan de aannemer.