De onroerende zaakbelasting (OZB) wordt jaarlijks betaald door eigenaren van een woning aan de gemeente.
Het bedrag van de OZB-aanslag is een door de gemeenteraad vastgesteld percentage van de WOZ-waarde.
De OZB vormt de grootste ‘eigen’ inkomstenbron van gemeenten en bedraagt gemiddeld acht procent van de totale gemeentelijke inkomsten.
De opbrengsten uit de OZB vallen in de Algemene Middelen van de gemeente.
Drie groepen krijgen een aanslag OZB: eigenaren van woningen, gebruikers van niet-woningen, eigenaren van niet-woningen.
Voor iedere groep geldt een eigen tarief.
Dat tarief stelt de gemeenteraad vast in een verordening OZB.
Gebruikers van woningen krijgen geen aanslag OZB.
De frequentie dat je OZB betaalt is één keer per jaar, maar je kan bij de gemeente vragen om een betalingsregeling waarbij je bijvoorbeeld maandelijks een bedrag betaalt.
De gemeente heft belastingen op onroerende zaken om een deel van de taken van gemeenten te bekostigen.
De onroerende zaakbelasting (OZB) kan worden geheven op basis van artikel 220 van de Gemeentewet.