De vastgoedbijtelling zal periodiek worden herijkt op basis van actuele gegevens over huurwaarden en kosten, waarbij het eerste moment samenvalt met de evaluatie van de wet, vijf jaar na inwerkingtreding.
Het wetsvoorstel Wet werkelijk rendement box 3 stelt een netto-vastgoedbijtelling van 2,65% voor, met een voorzichtigheidsmarge ten opzichte van de gemiddelde huurwaarde.
Dit percentage is gebaseerd op de huurwaarde die behoort bij het 10e percentiel, wat betekent dat 90% van de woningen een hogere huurwaarde heeft dan de huurwaarde waarmee rekening is gehouden.
Bij het vaststellen van het percentage voor de vastgoedbijtelling is sprake van een afruil tussen voorzichtigheid en economische neutraliteit.
Een laag percentage houdt rekening met mogelijke individuele omstandigheden, maar kan ook een fiscale prikkel creëren om meer vastgoed in box 3 voor niet-verhuur aan te houden, ten opzichte van verhuur of andere vermogensbestanddelen.