De nieuwe belasting treft meerwaarden die vanaf 2026 worden gerealiseerd bij de verkoop van financiële activa.
De belasting bedraagt 10% op de gerealiseerde meerwaarde.
Voor natuurlijke personen die minstens 20% van de aandelen van een bedrijf in handen hebben geldt een bijzonder gunstig regime, waarbij meerwaarde tot 1 miljoen euro vrijgesteld is.
Meerwaarde tussen 1 miljoen en 2,5 miljoen euro wordt belast met 1,25% belasting.
Tussen 2,5 miljoen en 5 miljoen euro geldt een belasting van 2,5%.
Tussen 5 miljoen en 10 miljoen euro geldt een belasting van 5%.
Pas boven de 10 miljoen euro geldt het standaardtarief van 10%.
Let wel: het percentage wordt per persoon beoordeeld.
Je kan dus niet de aandelen van familieleden samentellen om aan het drempelpercentage te komen.
Ook telt het belang op het moment van verkoop.
Voor bestaande investeringen geldt de koers op 31 december 2025 als startpunt.
Is de oorspronkelijke aankoopprijs hoger dan de koers op 31 december 2025, dan mag je alsnog de aankoopprijs gebruiken.
Bij gespreide aankopen geldt de FIFO-methode om de aankoopprijs te bepalen.
Voor natuurlijke personen die via hun vennootschap beleggen of aandelen van andere bedrijven aanhouden, verandert er dus niets.
Er komt een vrijstelling voor de eerste 10.000 euro aan meerwaarden per persoon per jaar.
Die drempel wordt bovendien geïndexeerd.