Erfbelasting kan worden beperkt door een handgift of bankgift. Bij een handgift wordt een geldbedrag, meubels, kunstwerk … gewoon doorgegeven. Verdere verplichtingen zoals een registratie zijn er niet. Om later discussies te vermijden, is het wel een goed idee om een document met details over de overdracht op te stellen. Bij een bankgift wordt een bedrag overgeschreven op de rekening van de begunstigde. In beide gevallen geldt in Vlaanderen en Wallonië de regel van 5 jaar en in Brussel die van 3 jaar: er is geen erfbelasting verschuldigd als de schenker na de gift nog minstens 5 jaar of 3 jaar in leven blijft. Deze termijn wordt ook de verdachte periode genoemd. Vanaf 1 januari 2026 wordt de verdachte periode in Brussel opgetrokken tot vijf jaar.
Het is perfect mogelijk om een schenking te laten registreren. Dit kan via het Kantoor Rechtszekerheid, digitaal of bij de notaris. Zo vermijd je successierechten wanneer de schenker binnen de verdachte periode overlijdt. Je betaalt wel schenkingsrechten voor zowel roerende als onroerende goederen. Het bedrag hiervoor hangt af van gewest tot gewest, want dit is een regionale materie.
Ouders kunnen hun kinderen een onroerend goed schenken, waarbij ze zelf het vruchtgebruik behouden. Dan hebben ze een levenslang recht om er te wonen of om de huuropbrengsten op te strijken. Naar analogie hiermee kan dit ook voor roerende goederen zoals een geldsom. De schenkers hebben dan een levenslang recht op de intresten/dividenden uit dit kapitaal. Op die manier kunnen ouders het voordeel van het goed behouden, maar hoeft er op het moment van hun overlijden geen erfbelasting meer betaald te worden.
Een ander middel om erfbelasting te beperken, is een successie- of erfbelastingverzekering. De kinderen nemen dan een overlijdensverzekering met de schenker als verzekerde. Als de schenker binnen de verdachte periode overlijdt, krijgen de kinderen het verzekerde bedrag van de geschatte belasting en blijft de impact voor hen beperkt.
Als je trouwt en een huwelijkscontract opstelt, gebruik je misschien niet alle opties voor erfenisplanning. Veel mensen hebben een clausule 'langst-leeft-al-heeft'. Hierbij erft de partner het hele vermogen bij overlijden. Dit is fiscaal niet erg voordelig. Een betere optie kan een keuzebeding zijn. Met deze regeling heeft de langstlevende meer flexibiliteit. Hij kan bijvoorbeeld bepaalde eigendommen in vruchtgebruik krijgen. Ook kan hij ervoor kiezen om het volledige eigendom of een deel ervan op te eisen.