Dit wetsvoorstel regelt in boek 3 Burgerlijk Wetboek de opheffing van het verpandingsverbod.
Verpandingsverboden zetten een rem op de kredietverlening aan met name het midden- en kleinbedrijf,
omdat deze bedrijven hun uitstaande vorderingen niet als onderpand voor een lening kunnen gebruiken.
Door deze belemmering weg te nemen, krijgen bedrijven meer ruimte om hun activiteiten te financieren.
Met dit voorstel wordt de kredietverlening aan met name het midden- en kleinbedrijf gestimuleerd.
De titel is Wijziging van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het opheffen van bedingen
in het handelsverkeer die ertoe strekken vervreemding dan wel verpanding van geldvorderingen op naam
tegen te gaan, oftewel de Wet opheffing verpandingsverboden.