De wetgever wil met de nieuwe wet zorgen voor een gelijk speelveld en ondernemers in staat stellen gemakkelijker aan financiering te komen.
In andere Europese landen zijn dergelijke verpandingsverboden vaak niet toegestaan.
Dit maakt het voor Nederlandse ondernemers lastig om internationaal concurrerend te blijven.
Voor veel ondernemers betekent dit echter dat zij hun openstaande facturen niet kunnen gebruiken als onderpand voor krediet.
Vooral in sectoren waar kredietverlening vaak gepaard gaat met factoring of andere vormen van debiteurenfinanciering, levert dit problemen op.
Banken en financiers eisen doorgaans zekerheden, en als geldvorderingen niet mogen worden verpand, bemoeilijkt dit de kredietverlening.
Dit is fijn voor debiteuren, want op die manier krijgen zij niet te maken met onbekende schuldeisers of pandhouders.
De wet maakt een einde aan de mogelijkheid om de overdracht of verpanding van zakelijke geldvorderingen contractueel uit te sluiten.
Dit is goed nieuws voor ondernemers die extra financieringsruimte willen creëren door geldvorderingen te verpanden aan factormaatschappijen of financiers.
Op dit moment wordt in veel contracten en algemene voorwaarden een verbod opgenomen op het overdragen en/of verpanden van geldvorderingen.