De verhuurder kan de deurwaarder ook inschakelen om u uit huis te zetten.
In dat geval moet er een dagvaarding worden opgesteld waarin de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van uw woning aan de rechtbank wordt gevraagd.
In deze dagvaardingsprocedure controleert de rechter de hoogte van de huurachterstand en onderzoekt hij of de hoogte van de huurschuld in combinatie met andere omstandigheden reden geeft om uithuiszetting toe te staan.
Als dit het geval is, zal de deurwaarder, met het ontruimingsvonnis in de hand, u bevel doen om de woning binnen drie dagen te ontruimen.
Weigert u dit, dan stelt de deurwaarder in overleg met politie en gemeente, een datum vast waarop hij tot uithuiszetting zal overgaan.
Indien u de woning niet vrijwillig verlaat, is de verhuurder genoodzaakt om hoge ontruimingskosten te maken.
Deze kosten mogen op u worden verhaald indien u geen gevolg heeft gegeven aan het bevel van de gerechtsdeurwaarder om uw woning vrijwillig te ontruimen.
Zo mag de deurwaarder u niet alleen uit uw woning zetten bij huurachterstand, maar mag hij beslag leggen op uw geld en uw spullen.
Indien de deurwaarder over een vonnis tot huisuitzetting beschikt, zal hij eerst tot ontruiming van uw woning overgaan om de huurschade voor de verhuurder te beperken.
Nadat u uit huis bent gezet, maakt de deurwaarder een optelsom van alles wat u naar aanleiding van de uithuiszetting aan uw verhuurder bent verschuldigd.
Dit is niet alleen de oorspronkelijke huurschuld, maar betreft tevens alle kosten die met de huisuitzetting zijn gemoeid.