Je kunt de volgende aftrekposten toepassen: persoonsgebonden aftrek, lijfrente of reiskosten voor openbaar vervoer.
Je hebt recht op persoonsgebonden aftrek wanneer je kosten hebt gemaakt voor bijvoorbeeld zorg, studie of giften.
Je mag specifieke zorgkosten aftrekken voor je belastingaangifte, zoals de premie voor de zorgverzekering, de kosten die onder het eigen risico vallen of de kosten die vergoed worden door je verzekering.
Wanneer je aan een goed doel schenkt, mag je dit bedrag in sommige gevallen aftrekken van de belasting, mits het een gift is without iets terugkrijgt, zoals een kerstkaart van een goed doel kopen.
Je kunt een percentage van de rente op je hypotheek aftrekken van de belasting wanneer je een koopwoning hebt, door eerst het eigenwoningforfait bij je inkomen op te tellen en daarna het jaarlijks rentepercentage van je hypotheek hiervan af te trekken.
Je mag de reiskosten aftrekken van je belastbaar inkomen wanneer je met het openbaar vervoer naar je werk reist, maar geen vergoeding van je werkgever krijgt, en wanneer je reis langer is dan 10 km, minimaal 40 dagen per jaar naar je werk reist en je in het bezit bent van een openbaar vervoers- of reisverklaring.
Je mag aftrekposten verdelen over elkaars inkomen wanneer je fiscaal partner bent, maar hoe je dit doet, hangt af van de hoogte van de bedragen en de verschillen in aftrekposten.